Bij het werken aan de mandala’s is precisie van belang.

Daarom gebruik ik professioneel tekenmateriaal. Dat is vaak iets duurder in prijs maar dat weegt niet op tegen het plezier dat je er van hebt.

Fijnschrijvers

Nadat ik de mandala met potlood heb ontworpen trek ik de lijnen over met een fijnschrijver. Meestal gebruik ik fine-lijners in de dikte 0,05 cm, 0,1 cm en 0,2 cm. Het is belangrijk dat deze fine-liners watervast zijn zodat ze niet vlekken als je met de markers de mandala verder gaat inkleuren. Ik gebruik het liefst de fine-liners van Copic (kostbaar maar hervulbaar). Ook gebruik ik de fine-liners van Artline of de pigment liner van Staedtler.

Markers

Voor het inkleuren van de mandala gebruik ik copic markers, type Ciao. Het handige van dit type is dat het een brush-marker heeft. Dat is een soort penseeltje. Ik ben begonnen met een basisset maar al snel kocht ik meer kleuren. Het fijne van de copic marker is dat je een perfect kleurenverloop kunt creëren. Zowel voor de minieme details als de grote vlakken zijn ze goed te gebruiken. En, ze zijn navulbaar en kleur-echt.

Kleurpotloden

Heel vaak wordt mij gevraagd met welke kleurpotloden ik werk. Want naast het papier vormen de potloden en pennen de basis voor de mandala.
Al op zeer jonge leeftijd worden we bekend met het werken met kleurpotloden. En direct met de kwaliteit ervan. Punten breken af, ze zijn te hard of te zacht, weer anderen zijn niet kleurecht of niet geschikt voor het materiaal waarop we werken. En dat is allemaal niet zo erg als we op de kleuterschool zitten maar voor de mandala’s zijn professionele kleurpotloden het beste. Voldoende hardheid en kleurechtheid zijn de belangrijkste kwaliteitskenmerken waar je op let. Je wilt er immers gedetailleerd mee werken en de kleuren moeten mooi blijven.

Ik gebruik Polychromos-kleurpotloden van Faber Castell. Zij bevatten hoogwaardige pigmenten met voortreffelijke kleurkracht en lichtbestendigheid (tot max. 100 jaar kleurvastheid).
De Polychromos kleurpotloden zijn verkrijgbaar in 120 verschillende kleuren. Verkrijgbaar per set en per stuk.

Papier

Zodra je naar papier gaat zoeken raak je snel het spoor bijster. Is het dik genoeg? Is het watervast? Drukt het door? Kan ik met zowel stift als potlood werken? Dat zijn allemaal vragen die in je op zullen komen als je op zoek gaat naar het juiste papier.
Ik kan niet zeggen dat één soort papier de beste is. Soms gebruik ik aquarel papier. De andere keer werk ik het liefst op glad papier. Hou er rekening mee dat de dikte minimaal 160 gram is. Liefst iets dikker. Een goede keuze is het Perfect Colouring Paper van Copic Marker.

https://www.copic-marker.nl/copic-accessoires/papier/perfect-colouring-paper-a4-10-vel-250-gram

Passer

Een passer is een kwetsbaar precisie-instrument. Voor de mandala’s is de passer één van de belangrijkste gereedschappen.
Ik gebruik de rotring universele passer voor cirkels tot max 480 mm diameter. Bij deze passer zit een verlengstuk, zodat je ook grotere cirkels kunt tekenen. En er zit een inzetstuk bij zodat je met een fijnschrijver of kleurpotlood ook cirkels kunt maken.

Geo-driehoek en 360 gradenboog

Een geo-driehoek en een 360 gradenboog zijn, naast de passer, onmisbare instrumenten. Ik koop ze het liefst bij een goede schrijfwaren- of hobbywinkel. Mijn ervaring is dat de heel goedkope versies vaak niet helemaal haaks zijn, of de cijfers slijten er snel van af.

Potlood

De start van een mandala begint met een opzet in potlood. Ik gebruik hiervoor niet té zachte potloden. Als je met een erg zacht potlood (bv 2B) tekent en er met je hand overheen veegt, krijg je zwarte strepen over je werk. Het liefst werk ik met een hardheid H tot 2H. Nadeel hiervan is dat als je té hard tekent, er een groef in je papier komt, die altijd zichtbaar blijft. Het is dus zaak om zacht en ontspannen te blijven tekenen.
Voordeel van een hard potlood is dat de lijntjes die je achteraf niet helemaal weggumt, niet meer zichtbaar zijn na het inkleuren.